1. Nauwkeurige robotprogrammering is cruciaal voor het TIG-proces.
Hoewel een lasrobot de basis vormt van het lasproces, blijft de kwaliteit afhankelijk van de programmeur. Een TIG-las is bijvoorbeeld kleiner dan een MIG-las, waardoor een ontbrekende tolerantie minder goed kan worden weggewerkt en het programmeren nauwkeuriger moet worden uitgevoerd. Programmeurs moeten rekening houden met parameters zoals de afstand tussen de wolframstift en het smeltbad, en tussen de wolframstift en het toevoegmateriaal. Ervaren programmeurs met kennis van TIG-lassen zijn nodig om deze aspecten (en meer) correct in te stellen.

2. Uw lasrobot moet de wolframpunt tijdig vervangen.
De scherpte van de wolframpunt beïnvloedt de stabiliteit van de lasboog en daarmee de algehele kwaliteit van de las. Hoe vaak u deze punt moet vervangen en wat hierbij een goede marge is, hangt o.a. af van de kwaliteit van het basismateriaal. Daarnaast kan een startprocesoptie waarbij de wolframstift geen contact hoeft te maken, de kans op slijtage verminderen. In combinatie met geautomatiseerde wolframpuntvervanging, zoals de in-huis ontwikkelde wolframwisselaar van Valk Welding, wordt de stabiliteit en kwaliteit van de las goed op peil gehouden.

3. Lasrobots bieden een continue draadaanvoer.
Robots voegen materiaal sneller toe dan handlassers, waardoor er geen zichtbaar TIG-druppelpatroon optreedt. Panasonic lasrobots bieden echter een instelling om het klassieke TIG-patroon te behouden, indien gewenst. Er wordt ook een meer stabiele draadaanvoer mogelijk gemaakt door de unieke positie van de draadmotor, die met de Valk Welding Servo-Pull toorts zelfs in de toorts geïntegreerd is. Deze positie vereenvoudigt het programmeringsproces, omdat er geen speling meer is van de lasdraad in de zeer korte draadliner.

Lees meer…